Op de fiets...en wat dat betekent

26 april 2019 - Chilanga, Zambia

Wifi is hier in Zambia nou echt niet iets, wat altijd maar beschikbaar is. Nu dus gewoon een paar dagen tegelijk.

Op 22 april, de dag na aankomst, vertrokken we met de fietsen op de truck, de bagage, tenten enz enz erin. En ook wij er in. We vertrokken om 8 uur en zouden 340 km ten noorden van Harare van de grote weg gaan, daar lunchen, dan nog een km of 20 in de truck zitten en vervolgens gaan fietsen. De fiets van Eric was niet aangekomen, gelukkig had Pascal nog 1 extra meegenomen.

Om half 2 stapten we op de fiets. We zouden zo’n 50 (het werden er 62) km fietsen. Na ongeveer 25 km zou de truck stoppen voor drinken en fruit. Ook zou dan misschien geadviseerd worden aan mensen om het laatste stuk met de truck te gaan omdat we wel een tijdsdruk hadden. Om 4 uur à half 5 wilde Pascal op de camping zijn.

Dus daar ging ik, vol goede moed, heb tenslotte fietsbenen. 

Maar daar kwam de schrik. De een na de andere stoof me voorbij. Dit was andere koek. Dit was geen gezellige fietstocht, maar dit zou een tocht worden met heel veel échte fietsers. Iemand, die net 4700 km de Rocky Mountains had bereden. Zijn vrouw was een groot eind meegeweest. Anderen gaan in de winter fanatiek mountainbiken en in de zomer racefietsen. Of regelmatig een tochtje maken van 200 km. Nee, de overgrote meerderheid is geen gezellige tourfietster, die met tentje achterop regelmatig stoppend voor ‘n koffietje of ‘n glaasje fris een tochtje fietst. Dit inzicht maakte me wat onzeker. Zou mij zometeen verteld worden dat ik de groep te veel ophoud? 

Nee, dat gebeurde niet. Ik fietste mee tot de camping. 

En er was niemand die mij noch de andere 5 langzamen uitjouwde. Iedereen was weer gelijk toen we bij de camping allemaal tegelijk aankwamen en Pascal klaarstond met ‘n flesje bier (Windhoek) voor iedereen. We mochten niet ín de rivier ivm krokodillen. Bij de rivier stonden zebra’s gezellig te grazen.

Ik genoot, maar wist ook dat ik mijn mind moest resetten. Dat moest morgen dan maar.We zouden morgen eerst 12 km naar de grens van Zambia fietsen en daarna stond er nog zo’n 70 km in de planning. Eerst maar es afwachten of er niet te veel oponthoud bij de grens zou zijn.

23 april. De grens ZimZam en verder.

Kwart voor 7 ontbijt en daarna vertrek. Het eerste deel, de eerste 3 km, een hobbelige, kuilige, mulzanderige dirt road. Ik wilde dat eerste stuk gaan lopen, want ik merk dat ik zo’n pad heel naar vind. Door de heftige artrose, de vergroeiingen in mijn beide schouders, ben ik heel erg onzeker op de fiets geworden op dit soort wegen. Ik weet dat ik eigenlijk het beste met flinke snelheid over de weg zou moeten, maar ik ben sowieso geen mountainbiker. Ik kan het niet.

Ach, ik kan lullen wat ik wil, ik kan het mezelf (en jullie) uitleggen waarom, maar het komt er gewoon op neer dat ik het niet durf. Dus nu besloot ik het eerste stuk te lopen. En dan nog: who cares?? Alleen ik. Ieder ander is gewoon druk bezig met z’n eigen reis, eigen fiets, eigen genieten.

Weer op de fiets en klimmen naar boven. Én: genieten!! Weg met die muizenissen!! Gewoon lekker fietsen! Bij de grens aangekomen kregen we te doen met de ware bureaucratie: wij allen waren goed voorbereid, hadden allen op het vliegveld Harare voor $50 een visum gekocht om meerdere keren in 30 dagen de grens van Zimbabwe en Zambia over te kunnen. Laat dat visum volgens een strenge grenswachtster nou net niet op deze grenspost geldig zijn. We zouden allen nogmaals $50 moeten betalen om de grens over te kunnen. Het kostte Pascal ongeveer drie kwartier om het voor elkaar te krijgen dat mevrouw tot betere inzichten kwam.

Deze tweede fietsdag ging ik meer genieten, ging ik mijn plek in de groep accepteren en wachtten we op elkaar in de achterhoede. We waren met z’n 6-en en hielden ons aan de opdracht van Pascal: niet alleen fietsen, in ieder geval met z’n tweeën en zéker de vrouwen niet alleen. Elke 20 km was er een stop, stond de truck aan de kant van de weg en stond er drinken en eten (koekjes, fruit en lunch) klaar. Net na de laatste stop vóór de lunch werd Martin onwel. We moesten hem in de schaduw van een boom met genoeg water achterlaten. Hij wilde niet dat er iemand bij hem achterbleef, en toen probeerden we natuurlijk de komende 16 km zo snel mogelijk te overbruggen. Met flinke klimmen in de hitte kostte dat ons een uur.

Martin werd opgehaald met de truck. Hij vertelde dat Paul liefdevol water over hem heen gooide voordat hij hem en fiets de truck in hielp.

Na de lunch-stop moesten we allen de truck in, fietsen er weer bovenop, want echt uiterlijk half 4 was de bedoeling op de volgende camping te zijn, dan konden we direct na het opzetten van de tenten (dat zijn giga-dingen, niet te tillen, met zware ijzeren stokken, niet in je eentje op te zetten. Ik stel me zo voor dat net vóór en tijdens de wereldoorlog 14-18 met dit soort tenten gekampeerd is) in het gereserveerde bootje zitten voor een sunset-trip. Het laatste stuk pad naar de camping was weer zo’n keiig enz gebeuren. En met fietsen op het dak kon de truck niet goed verder: de takken waren te laag. Oplossing: fietsen eraf en fietsend verder. Ik deed m’n best. Fietste, stapte af, fietste door. En stapte weer af. 

De boottocht was prachtig! Plastic stoeltjes neergezet op een witte motorboot. Hippo’s en krokodillen in het water, prachtige vogels erboven of op de rug van een krokodil en wij lekker relaxen met biertje, wijntje, chipje en nootje.

Je snapt dat ik het niet leuk vond te horen dat we de volgende dag een prachtige fietstocht zouden maken van 60 km, alleen maar op een keiige, hobbelige, zanderige dirt road. Ik ben met Pascal gaan praten en we spraken af dat ik de route in de truck zou gaan maken. Ik vond het niet leuk. Ik vond het erg, maar zo is het dus nou eenmaal. 

24 april

Met de truck meerijden was natuurlijk ook prachtig. Ik kon goed kijken, genieten van hollende impala’s , eigenwijze apen en leuke kleine dorpen met huizen met rieten puntdaken en zwaaiende en meehollende kinderen. Natuurlijk hielp ik nu mee met het voorbereiden van het eten en drinken bij de diverse stops (vind ik natuurlijk geen reet aan om te doen, maar ja, beetje lullig om buiten op een stoeltje te gaan zitten)

De laatste kilometers. Paul stopte de truck. Inmiddels lagen de etenskratten en drankflessen al her en der verspreid op de grond. De weg was zo hobbelig. ‘Waarom stop je?’ vroeg ik. ‘Ik zag verse olifantentracks en wil achter de laatsten blijven rijden, zodat we straks zeker weten dat iedereen veilig is aangekomen’ Dat klonk alweer erg spannend.

Iedereen kwam veilig aan. We waren best vroeg en morgen hadden we een rustdag. Op een prachtige camping aan de Zambezi rivier. Tenten opzetten en spullen in de tent bewaren, want er zijn vele, erg brutale apen in het kamp. De mededeling dat de ‘wandelsafari mensen’ morgenochtend om 6 uur opgepikt zouden worden en dat het simpele ontbijt om kwart voor 6 klaar zou staan deed me even slikken. Ik was 1 van de 6 wandelaars. De kanovaarders zouden om half 8 starten. 

Het avontuur dat wij wandelaars de volgende dag beleefden maakte het vroege uur helemaal goed!

25 april

Om 5 uur wakker, op deze stille camping. Echt stil is het geen moment. Krekels, veel vogels en zo nu en dan het overheersende gebrom van een hippo. Maar deze geluiden horen hier en dan word je er niet echt wakker van. Om kwart voor 6 een beetje yoghurt met cornflakes en om 6 uur in de jeep. Het begon licht te worden. Het startpunt van de wandeling was niet ver, maar eerst zagen we vlakbij de auto nog een olifant. En díé wilden we graag zien. In de pocket, dus!

Voordat we gingen lopen kregen we nog de wandelsafari-instructies. Dingen als ‘niet hard praten, achter de scout (met camouflagepak en geweer) en gids lopen in een rij’ en ook ‘als een olifant of een buffalo op je afkomt: NIET gaan rennen!!! Stil gaan staan en wachten tot ie weggaat’  Slik. En toen op pad. Akim, onze gids, wist veel te vertellen, wat is dat toch leuk. Vele pootafdrukken geanalyseerd: gehoefde, 3 tenen, 4 tenen en meer. Ook uitwerpselen bekeken en geanalyseerd. We weten nu ook dat de uitwerpselen van een olifant goed te gebruiken zijn als medicijn tegen hoge bloeddruk: gewoon wat water erbij, hoeft niet gekookt en drinken maar. Smakelijk drinken en wég is de hoge bloeddruk!

Op een gegeven moment, denk na anderhalf uur lopen, en na het zien van honderden springende, rennende, starende impala’s en 3 olifanten, die redelijk dichtbij waren en hun nieuwsgierigheid lieten zien, na een rennende kat-achtige, weet niet meer welke. Na het zien en horen van heel veel vliegende, rennende en op takken zwiepende vogels. Na het zien en ontdekken van verschillende bomen en planten kregen we even pauze. Achter een bosje zouden we kunnen plassen, we kregen een flesje water en waren wat gezellig aan het kouten toen plotsklaps achter een bestruiking de grote kop van een olifant te voorschijn kwam. Misschien 20 meter bij ons vandaan. We vielen stil, geen woord meer, geen stap meer. Onze scout, onze beschermer, begon KSSSST KSSST te roepen en met vlakke hand op zijn geweer te slaan. De olifant deed nog een stap en stond stil. Hij keek naar ons met wapperende oren. Door de gids werden we voorzichtig naar een brede boom geleid. Simone en ik lieten onze bidons maar staan. De scout bleef maar KSSST-en en de olifant was er ietwat van onder de indruk, maar niet echt veel. De olifant kwam dichterbij en wij werden verder achter de boom geleid. We waren doodstil en zagen dat de olifant ons zag. En de olifant is héél erg groot en heel erg imponerend. Na ongeveer een kwartier kijken, stoppen en kijken was ie zo ver weg dat de scout onze bidons pakte, maar ons ook gebood achter de boom te blijven. Uiteindelijk leek het grote beest te besluiten gewoon door te lopen. Dít was een avontuur. Ik voelde me redelijk veilig vanwege dat geweer, maar zou het natuurlijk vreselijk hebben gevonden als de olifant beschoten zou zijn geweest.

Maar dat was dus niet zo.

Om 10 uur waren we terug op kamp. Ik nam een lekkere douche. De anderen kwamen ook terug van hun kano-tocht. Hadden ook genoten, maar waren onder de indruk van ons olifanten-verhaal. Uitgebreid ontbijt. Luieren. Om 3 uur uitgebreide lunch. Luieren. Om 8 uur dineren. Natafelen en dan naar bed.

Het was 22.30. Ik was bezig in mijn tent de spullen aan het ordenen voor de volgende ochtend, moest om 5.45 weer op, toen Annemieke paniekerig riep:”Lilian, er staat een enorme hippo naast mijn tent!” en ze rende naar de tenten van de rest. Voor hulp. Wij hadden gisteren onze tenten wat verder van de rest gezet. Naast haar tent betekende dus ook vlak bij mijn tent. Ik schrok me helemaal rot, deed m’n lichtje uit en trilde als een rietje. ‘Oh mijn god, een hippo, een van de gevaarlijkste dieren, wat nu? Wat moet ik doen??’ Ik zag voor me hoe het dier me vermorzelde met zijn grote lijf. Ik was echt heel erg bang. En toen zag ik een lichtje aankomen en hoorde iemand vragen: “waar is Annemieke haar tent?” Dat was Johan. “Oh Johan, wat ben ik blij dat je er bent! Kan ik nu mijn tent uit?” Johan vond van wel. Ik kreeg weer met moeite de vooroorlogse ritsen open en scheurde naar Annemieke, die op een bankje bij het vuur zat. Het vuur!!! Dát is veilig, schoot er door mijn hoofd. “Willen jullie dat we de tenten verplaatsen” vroeg Michiel, de tentmaat van Johan. “Graag!” riepen wij uit. “Ik ben wel in mijn boksers” zei Michiel. Nou, dát vonden wij geen probleem. Wij dachten zelfs, zeiden we, dat de hippo zou schrikken als hij het ontblote tarzanlijf van Michiel zou zien. Wij leegden zo veel mogelijk onze tenten en liepen vervolgens met z’n vieren (de vrouwen gierend vd lach bij de achterste 2 stokken en de mannen stoer en vol mannelijk vertrouwen aan de voorkant) eerst met Annemieke haar tent en daarna met die van mij over het kampeergedeelte naar de tenten van de anderen. En zo waren we verhuisd.

We hoorden de hippo nog vreselijk grommen en brommen, richtten beiden onze tenten weer in en gingen proberen te slapen. Morgen om kwart voor 6 op.

Foto’s

8 Reacties

  1. Anna Hinze:
    26 april 2019
    Wat spannend! En wat schrijf je leuk! Fijn dat je mrt de auto kan op sommige stukken. Geniet!
  2. Piet:
    26 april 2019
    Nou..., je verveelt je niet!! Avontuurlijk, enerverend, spannend... op je lijf geschreven!! Enjoy!
  3. Nineke:
    26 april 2019
    bloedstollend!
  4. Dia:
    27 april 2019
    Fantastisch. Dat je dit allemaal mee maakt en zo in de natuur zit. Schitterend.
  5. Rameef:
    27 april 2019
    Wat een avonturen Ramlil!!!!!!
  6. Martella:
    27 april 2019
    Prachtig land, mooie natuur een echte belevening . Hopelijk kan je de big five zien. Geniet ervan. Voor ons was het indrukwekkend die natuur en de dieren.
  7. Roswitha:
    29 april 2019
    Geweldige verhalen! Jij in Afrika tussen de 'prof' fietsers én de hippo's. Wat een dieren- Artis steekt er bleekjes bij af, het lijkt me fantastisch om zebra's impalas olifanten buffels hippos.... in het wild (en naast je tent) te zien en te horen. Erover lezen dat jij dit meemaakt is al leuk. En heerlijk dat je die truck achter de hand hebt :)
  8. Iris Emma:
    5 mei 2019
    Sodeju wat vreselijk spannend en eng! Maar ook fantastisch!!!