Swakopmund

16 mei 2019 - Aus, Namibië

in Swakopmund was Yvonne onze host. Geweldig mens: groot, zeer aanwezig en bereid op alle fronten te helpen. Ze heeft schoenen geplakt, de fietsbroek van Johan genaaid (geen drie oogtrekkende veilgheidsspeldjes meer om de boel binnen te houden) mijn reistas, die een stuk uitgescheurd was, laten naaien én ze is de hele zaterdagnacht met de was bezig geweest. Er was heel veel was. Ze vertelde dat ze om de twee uur ‘s nachts opstond om de machine te legen en weer een nieuwe zak (een zak per kamer = 14 zakken was) in de machine te doen en de andere was op te vouwen. In haar Nederlands/Afrikaans/Duits legde ze uit dat ze het geen probleem vond: ze slaapt tussendoor prima. En ‘s morgens stond ze klaar om eieren met of zonder spek te bakken en melk voor de koffie op te warmen. Yvonne doet aan stevige hugs, bij aankomst en bij vertrek. Ik vond haar fantastisch.

We besloten zondag, onze vrije dag, eerst naar het museum te gaan en daarna de koffie met gebak bij café Anton te nuttigen. We gingen op stap met Simone, Erik, Margreet en Truus. Swakopmund was nou niet echt een bruisende stad. Vooral de extreem brede wegen, de 4-way-stopsigns en de stoplichten doen vermoeden dat er andere plannen zijn. Simone en ik gingen ‘winkelen’, maar bijna alle winkels waren helaas dicht. Later sloot Erik aan en zijn we via de toch best lange boulevard de sjieke buurt van Swakopmund ingelopen. Gigantisch grote villa’s met uitzicht op de oceaan. ‘n Groot huis, ontworpen door onze eigen Gerrit Rietveld. Er stond een kast van een huis, met veel rondingen en een rieten dak. Het was allemaal best wel raar, dit contrast met een groot gedeelte van Swakopmund. Via een andere route weer naar het centrum aan de waterkant gelopen (stel je niks van het centrum voor, als je dat wel doet heb je een verkeerd beeld van Swakopmund) en daar nog wat gedronken. ‘s Avonds gedrieën bij Het Indiase restaurant heerlijk gegeten. Toen we daar weer vandaan gingen stelde Simone voor onze hoodies (dus capuchons) op te doen omdat we langs een wat louche pub zouden komen. Als ik er net zo idioot uitzag als die andere twee zagen we er alledrie niet uit. En we zijn niet overvallen.

De volgende ochtend reden we in de truck de stad uit. Iedereen was schoon, de kleren schoon, alle apparaten opgeladen. Drinkwater voor 4 dagen voor 23 personen (moet nog vragen hoeveel dat is..hoeveel drinken we in de echt hete woestijn per persoon per dag?), genoeg danger water, bier, wijn, fris, fruit, chips, noten, eten enz enz, de bus was volgeladen.

Eerst naar Walvisbaai. Drukke weg. Daarvandaan de woestijn in en uiteindelijk op de fietsen, de zandweg op. In etappes van 20-20-15-15 km. Ik heb de eerste twee 20km gereden, dat was goed pittig, ben daarna de bus in gegaan en heb de laatste 15 weer gefietst. En dat wás weer mooi!!!! Ineens fietste ik tussen bergen van zwarte, glimmende rotsblokken. Ik keek mijn ogen uit. Erik en ik fietsten vooraan. We hadden begrepen dat we 15 km moesten fietsen tot ons bush camp. Eindelijk, na een kilometer of 16 was er een schaduwplek, daar stopten we en wachtten we op de rest. We zagen al wel vanaf ons rustplekje dat we spoedig steil omhoog zullen moeten. En daar kwam Paul. Hij kwam ons redden: we waren een kilometer te ver doorgereden. 

Mooie bushcamp. En de volgende ochtend dus starten met een stevige klim. 2 km, zo'n 8%. Daarna weer die prachtige rotsblokken. Ik stond ergens van de rust en de stilte en de rotsblokken te genieten. Heerlijk!! En toen...van verre hoorde ik roepen:”Ha Lilian!!! Heerlijk hè, deze rust!!!!!” Ik knikte in stilte. En toen hij dichterbij was nogmaals luid: “Wat een heerlijke stilte, hè?!!!!”

Foto’s

2 Reacties

  1. Dia:
    17 mei 2019
    In Zuid-Afrika?
  2. Lilian:
    17 mei 2019
    Nee, we zitten nog in het prachtige Namibië